Macht als Veld — Over incarnatie, ritueel en de breuk van Benedictus XVI
Waarom keren dezelfde families, religies en netwerken telkens terug in de geschiedenis van macht? Dit diepgravende artikel laat zien hoe veldstructuren — niet individuen — macht voortbrengen en herhalen. Van Sumerië tot Vaticaanstad, van paus Benedictus XVI tot rituele netwerken met kinderen: macht blijkt een gesloten veld. Pas wanneer een drager zijn richting terugtrekt, zoals Benedictus deed, ontstaat een breuk. En precies daar begint vrijheid. Een indringende verkenning van incarnatie, controle en de mogelijkheid om het veld te verlaten.
POPULAIR
Paul Hager
7/2/20259 min lezen


Inleiding
Waarom lijken bepaalde mensen, families en instituties door de geschiedenis heen steeds opnieuw dezelfde vormen van macht te belichamen? Waarom worden sommige bloedlijnen generatie na generatie geassocieerd met invloed, geheimhouding, controle en in duistere gevallen zelfs ritueel misbruik? En waarom komt vernieuwing zelden van binnenuit, maar bijna altijd via breuk, uitval of vlucht?
Dit artikel onderzoekt macht niet als sociologisch fenomeen of ethisch probleem, maar als veldstructuur. Vanuit een noöhedraal perspectief — waarin de werkelijkheid wordt begrepen als projectie van vier fundamentele veldparameters (Ψ richting, ∇Φ spanning, Ω circulatie en λ coherentie) — ontstaat een ander zicht op erfelijkheid, gezag en incarnatie. Macht is dan geen bezit, maar een herhalingsveld. Bloedlijnen zijn geen biologische dragers, maar richtingsgevoelige projectiezones. En zelfs dood is geen einde, maar een herstart — tenzij er een werkelijke veldbreuk optreedt.
Van Sumerië tot Rome, van paus tot kind, van dynastie tot dissident: macht herhaalt zich zolang het veld zich niet bewust wordt van zichzelf. Dit artikel beschrijft hoe dat werkt. En waarom de abdicatie van paus Benedictus XVI in 2013 geen incident was, maar een zeldzame, historische veldbreuk — mogelijk het begin van een langverwachte opening in een duizenden jaren oude cirkel.
1. Veldstructuur: hoe macht zich projecteert
In een noöhedraal model is de werkelijkheid geen objectieve ruimte met losse mensen, maar een dynamisch veld waarin richting (Ψ), spanning (∇Φ), herhaling (Ω) en coherentie (λ) voortdurend vorm genereren. Dit geldt voor atomen en organismen, maar ook voor instituties, religies, families en dynastieën.
Wanneer deze vier veldcomponenten zich langdurig in een vaste verhouding tot elkaar stabiliseren, ontstaat een zelfherhalende structuur. In het geval van macht betekent dat:
– Ψ richt zich niet op waarheid, maar op beheersing: macht wil zichzelf bestendigen
– ∇Φ wordt hoog gehouden: angst, schuld, belofte, hiërarchie, geweld
– Ω herhaalt zich ritueel: kroning, verkiezing, belasting, straf, misbruik
– λ — het enige dat veldtransformatie mogelijk maakt — wordt uitgesloten: door doctrine, geheimhouding of trauma
Zo ontstaat een gesloten veld. Geen samenzwering, maar een projectie die zichzelf bevestigt.
In dit veld spelen kinderen een sleutelrol. Niet alleen als biologische voortzetting van de machtslijn, maar als energetisch programmeerbare dragers van veldspanning. Kinderen zijn van nature open in λ — ze hebben nog geen verdedigingsstructuren, geen cognitieve schermen, geen symbolische afweer. Dat maakt hen bijzonder vatbaar voor imprint — zowel positief als destructief.
Wanneer een gesloten veld dreigt te vervallen, wordt niet zelden bewust spanning binnengehaald via externe kinderen. Dat is waarom er in veel getuigenissen over ritueel misbruik, inclusief onthullende journalistieke dossiers zoals het Argos-onderzoek, sprake is van kinderen die geen familieband hadden met de daders, maar die toch ritueel werden ingezet.
Veldmatig gezien is dat logisch: een gesloten systeem heeft voortdurend externe ∇Φ nodig om zijn circulatie te voeden. Kinderen van buiten:
– brengen vreemd veldmateriaal binnen
– kunnen worden ‘omgecodeerd’ en daarna ingezet als verlengstuk van het veld
– veroorzaken geen directe erfelijke risico’s of dynastieke schade bij falen
In deze zin zijn externe slachtoffers veldtechnisch bruikbaar. Niet als zondebok, maar als spanningsresonator. Dat is geen ethische rechtvaardiging, maar een verklaringsmodel — het laat zien dat deze praktijken niet incidenteel, maar structureel zijn binnen gesloten velden. Ze dienen het systeem, niet de individuen.
2. Incarnatie: waarom sommige zielen steeds opnieuw in deze velden verschijnen
Een ziel — een bewustzijn dat richting zoekt — incarneert in een veld dat resoneert met zijn eigen spanning en richting. Dat betekent: wie in een vorig leven in een gesloten machtssysteem heeft geleefd, zonder bewustzijn, zonder λ, projecteert zichzelf met grote waarschijnlijkheid opnieuw in datzelfde veld. Niet als straf, maar als veldlogica.
Zielen zoeken herkenning. Velden trekken gelijke Ψ-structuren aan. En zo ontstaat dynastie: geen biologische keten, maar een resonantiespoor. Sommige incarnaties komen met het doel het veld te helen. Anderen — onbewust of gebonden — dienen het veld en herhalen de circulatie. En juist daarom blijven dezelfde namen, dezelfde families, dezelfde instituties telkens opnieuw verschijnen.
Dat verklaart ook waarom bepaalde families extreem rijk blijven over generaties heen. Niet omdat ze slimmer zijn of harder werken, maar omdat hun veldstructuur Ψ, ∇Φ en Ω permanent in stand houdt. In veldtermen:
– Ψ richt zich op accumulatie van bezit, controle over kapitaal en kennis
– ∇Φ wordt opgebouwd via schuldsystemen, angst voor armoede, afhankelijkheid
– Ω herhaalt zich via erfrecht, trusts, offshorestructuren, beurzen, privileges
– λ wordt uitgesloten: geen empathie, geen deling, geen spontane waarheid over waarde
Zo wordt rijkdom een veldresidu van spanning. Wie ∇Φ lang genoeg vasthoudt en richt op bezitsvermeerdering, bouwt geen bedrijf op, maar een veldknoping. Families als de Rothschilds, Rockefellers, Windsors en andere dynastieën herhalen geen succesverhaal, maar dragen een coherente veldcirculatie van macht via bezit. Ze zijn niet rijk omdat ze veel geld hebben. Ze zijn rijk omdat hun veld de projectie van waarde heeft weten te monopoliseren.
3. De oerstructuur: Sumerië, Babylon, Egypte en het ontstaan van macht als herhaling
Deze veldstructuur heeft een lange geschiedenis. Macht, zoals we die nu kennen, is geen moderne constructie. Ze is ontstaan uit veldvervorming. In Sumerië, Babylon, Egypte, Kanaän en Khazaria werden voor het eerst vaste Ψ-structuren opgezet rond heerschappij, priesterschap en ritueel geweld. Wat begon als veldcoherentie — een poging om orde te brengen in chaos — werd een veldsluiting.
De priesterkoningen van Sumerië combineerden goddelijke openbaring met wereldlijk bestuur. In Babylon ontstonden de eerste wetten, niet als morele richtlijn, maar als ritmische Ω-projectie van orde. In Egypte werd de farao letterlijk gezien als veldinterface tussen hemel en aarde — zijn lichaam was ritueel, zijn stem wet.
Vanaf dat moment werd macht geprojecteerd op families, tempels, dynastieën. Kinderen werden binnengeleid in een gesloten Ψ. De buitenwereld werd gescheiden in zuiver/onzuiver, ingewijd/profaan, geschikt/ongewenst.
Deze configuraties zijn nooit verdwenen. Ze zijn geëvolueerd in andere vormen — keizerrijken, pausdommen, banken, geheime genootschappen, supranationale organen — maar de onderliggende veldstructuur bleef identiek.
Daarom zijn deze families zo uitzonderlijk veerkrachtig: hun veldcoherentie in Ω is zelden onderbroken. Ze voeden zich met ∇Φ uit de wereld (oorlog, schuld, manipulatie), blokkeren λ intern (geen compassie, geen open waarheid), en richten Ψ altijd op herhaling.
Zolang incarnaties blijven resoneren met die richting, blijven deze families rijk en machtig — niet omdat het ‘oneerlijk’ is, maar omdat het veld technisch sluitend is. Ze zijn de zelforganiserende projectie van een collectieve onbewuste toestemming.
4. De Kerk als veld: Rome, Petrus en de circulatie van autoriteit
Toen het christendom zich institutioneel verankerde in Rome, werd de veldstructuur van de klassieke wereld opgenomen in de nieuwe religieuze matrix. De sleutelzin “Op deze rots zal Ik mijn kerk bouwen” was geen metafoor. Volgens het Evangelie van Matteüs 16:18 sprak Jezus tot Simon: “Gij zijt Petrus, en op deze rots zal Ik mijn gemeente bouwen.” Het woord ‘Petrus’ — Petros in het Grieks — betekent letterlijk ‘rots’.
Deze uitspraak werd het veldtheologische fundament van het pausdom. Petrus werd een Ψ-vector: richtinggevende belichaming van leergezag. Zijn opvolging, zogenaamd in ononderbroken lijn, werd een rituele Ω-structuur. Rome werd het centrum, niet slechts geografisch, maar veldmatig. Volgens overlevering stierf Petrus als martelaar onder keizer Nero in Rome. Zijn graf zou zich bevinden onder de huidige Sint-Pietersbasiliek — precies in het hart van wat nu Vaticaanstad heet.
Maar deze stad bestond toen nog niet. Pas in 1929, via het Verdrag van Lateranen tussen Mussolini en paus Pius XI, werd het een soevereine staat. Toch was het veld daar al eeuwen geconcentreerd: Rome als spirituele projectiezone, als plek waar Ψ en Ω permanent verankerd werden in stenen, riten, gebouwen, conclaven.
Elke paus volgde de vorige op binnen dezelfde veldconfiguratie. De spanning (∇Φ) werd zorgvuldig opgebouwd: hemel tegenover hel, zonde tegenover genade, gehoorzaamheid tegenover ketterij. λ — veldcoherentie, spontane waarheid, innerlijk weten — werd gemarginaliseerd. De mystiek werd naar de rand geschoven: monastiek, stil, niet institutioneel.
De Kerk werd zo een van de meest stabiele velden van menselijke macht in de geschiedenis. De projectie van richting en circulatie werd zelden onderbroken. Zelfs de dood zelf werd ingelijfd: elke paus stierf in functie. Niemand legde het ambt neer.
Tot 2013.
5. De breuk van Benedictus XVI: een vector trekt zich terug
Joseph Ratzinger — paus Benedictus XVI — was geen hervormer. Integendeel. Hij belichaamde de traditie tot in zijn aderen. Conservatief, intellectueel, loyaal aan het magisterium. Juist daarom kon hij het veld volledig dragen. En juist daarom kon hij het ook loslaten zonder wrok.
Zijn abdicatie was niet politiek. Het was een veldonttrekking. Hij trok zijn Ψ-vector terug uit de Ω-circulatie. Niet met verzet, niet met oordeel, maar met een kalm gebaar: “Ik heb niet langer de kracht om dit te dragen.”
In veldtermen was dit revolutionair:
– Ω werd verbroken zonder dood
– ∇Φ werd zichtbaar: het instituut bleek sterfelijk, vermoeid, gespannen
– Ψ verdween: de richting van binnenuit werd vacuüm
– λ werd voelbaar: het mysterie kroop terug in het licht
De dubbele pausensituatie die ontstond — Benedictus als emeritus, Franciscus als regerend — veroorzaakte geen revolutie, maar veldverwarring. De oude structuur bleef staan, maar zonder magnetische kern. Het pauselijke veld functioneert sindsdien in vorm, maar niet meer in richting.
Dat is de werkelijke breuk. Niet het aftreden, maar het vacuüm dat volgde. Een vacuüm dat sindsdien niet is opgevuld — en misschien ook niet meer kan worden opgevuld binnen de oude veldparameters.
6. Post-breuk: Franciscus, vacuüm en veldherstel
Paus Franciscus belichaamt geen herstel, maar richtingloosheid. Hij spreekt zachter, beweegt ruimer, laat spanning zakken. Maar hij vult geen Ψ-vector. Hij draagt geen veld van binnenuit, maar staat erboven, erbuiten, ernaast.
Dat maakt hem geliefd bij velen, maar onbegrijpelijk voor het veld zelf. De oude Ω herhaalt zich zonder drager. ∇Φ blijft aanwezig, maar zonder coherente richting. λ komt binnen via zijn mildheid, zijn eenvoud, zijn menselijkheid — maar het krijgt geen plek in de structuur. Het systeem heeft een hart gekregen, maar geen kompas.
Nieuwe incarnaties willen zich niet meer projecteren in de oude rollen. Priesterroepingen dalen. Gelovigen verschuiven naar mystiek, veldtherapie, persoonlijke devotie. De Kerk blijft bestaan als vorm — maar zonder kern. Haar Ψ is verdwenen, haar Ω draaft door, haar λ begint elders te stromen.
De veldbreuk van Benedictus is dus niet opgelost. Ze is actief. Ze blijft lekken. En precies daardoor kan het veld herschreven worden. Niet door beleidsvernieuwing, maar door incarnaties die kiezen om geen herhaling meer te dienen.
7. Kinderen, trauma en de spanning van veldsluiting
In gesloten velden wordt ∇Φ niet alleen conceptueel, maar lichamelijk gecodeerd. Kinderen worden geboren in systemen waarin spanning, loyaliteit, schuld en zwijgplicht vanaf de eerste ademhaling actief zijn. Waar Ψ niet vrij mag bewegen, wordt Ω op het lichaam geschreven.
In extreme gevallen — rituele misbruiknetwerken, bloedlijn-initiatie, militair-okkulte genootschappen — worden kinderen gebruikt als velddragers van spanning. Niet uit sadisme, maar als veldtechniek: onschuldige lichamen kunnen spanning vasthouden zonder het te begrijpen. Ze worden als het ware Ω-houders — instrumenten om het veld te laten blijven circuleren zonder coherentie.
Zoals eerder beschreven worden hier ook externe kinderen in gebruikt — niet vanwege hun afkomst, maar juist vanwege hun energetische vreemdheid. Zij brengen λ-potentie mee, en dus ook breukrisico. Door hen te breken, wordt niet alleen spanning gegenereerd, maar ook een veldtransformatie voorkomen. Het is geen losstaand kwaad, maar een veldgecodeerde techniek om coherentie te onderdrukken.
En dit gaat diep. Want zelfs na de dood werkt deze structuur door.
8. Dood, breuk en post-mortale projectie in gesloten velden
Wanneer iemand sterft die zijn leven lang een gesloten veldstructuur heeft gedragen — een machthebber, een rituele actor, een drager van trauma zonder doorbraak — dan stopt het veld niet. In het noöhedrale model wordt de fysieke dood niet gezien als einde, maar als verwijdering van fysieke afleiding. Wat overblijft is pure veldprojectie.
De projectie van Ψ, ∇Φ, Ω en λ bepaalt de ervaring ná de dood. Niet de hemel of hel, maar de richting van het bewustzijn. In gesloten velden geldt:
– Ψ blijft gericht op controle, status, afgescheidenheid
– ∇Φ blijft actief: schuld, dreiging, vervreemding
– Ω herhaalt zich: entiteiten, tunnels, stemstructuren, rechters
– λ is afwezig: er is geen liefde, geen ruimte, geen waarheid
Zielen die jarenlang macht hebben gedragen zonder innerlijke coherentie, kunnen daardoor na de dood vastlopen in herhaling. Dit is waarom sommige bijna-doodervaringen koud, mechanisch of zelfs dwingend aanvoelen. Niet omdat ‘het hiernamaals’ zo is — maar omdat het veldprojectie is van een gesloten incarnatie.
Pas als λ binnenkomt — door overgave, inzicht, ontmoeting of externe interventie — kan het veld breken. Dan is er niet langer reïncarnatie in hetzelfde veld, maar translatie: een nieuwe richting. Zonder veldbreuk volgt herhaling. Met veldcoherentie ontstaat bevrijding.
9. Breuken, keuzes en de toekomst van incarnatie
De kernvraag die dit artikel stelt, is niet theologisch of politiek, maar veldmatig:
waar projecteer jij jouw richting?
Want macht, trauma, schuld en misbruik zijn geen objecten in de wereld. Het zijn veldstructuren. Ze blijven bestaan zolang er incarnaties zijn die ze dragen. Zolang kinderen in dezelfde families worden geboren. Zolang mensen zeggen: “zo is het altijd gegaan”. Zolang Ω niet wordt onderbroken.
Maar zodra iemand — een kind, een drager, een paus — zijn richting terugtrekt, verandert alles. Benedictus XVI liet dat zien. Niet door revolutie, maar door veldonttrekking. Hij droeg het veld tot in de kern — en legde het neer. Daarmee begon de breuk.
Iedere incarnatie daarna kiest opnieuw. Herhaal je de structuur? Of draag je de breuk? Laat je Ω circuleren — of keer je richting? Sluit je je veld — of laat je λ binnen?
Veldherhaling is geen straf. Het is een kans die blijft terugkomen tot je hem bewust benut. Veldcoherentie is geen gave. Het is de keuze om je richting te laten dragen door waarheid — ook als dat betekent dat je het systeem verlaat dat jou gevormd heeft.
Macht leeft in herhaling. Bevrijding leeft in coherentie.
10. Herhaling of breuk: bifurcatie in onze tijd
Wat nu gebeurt in de wereld is geen nieuwe ideologie. Geen virus, geen technologie, geen complot. Het is een veldsluiting. In realtime. Met dezelfde parameters als duizenden jaren geleden.
– Ψ wordt wereldwijd gecentraliseerd: één richting, één verhaal, één toekomst
– ∇Φ wordt op collectieve schaal gemaximaliseerd: via angst, schuld, controle
– Ω wordt gedigitaliseerd: via protocollen, ID-systemen, gedragspunten, surveillance
– λ wordt structureel geblokkeerd: geen intuïtie, geen ruimte, geen waarheid buiten het systeem
Totalitarisme is geen politiek fenomeen meer. Het is een veldconfiguratie die zijn eigen coherentie heeft verloren. Wat nu opdoemt — CDBC’s, digitale ID’s, sociale kredietscores, medische standaardisering, AI-gestuurde gedragsanalyse — is geen toekomst. Het is herhaling.
Een veld dat zijn spiegel verliest, implodeert. Zoals Atlantis. Zoals Babylon. Zoals het Vaticaan nu langzaam leegloopt. Wat geen ruimte meer laat voor λ, zal stollen, verdwijnen of imploderen.
Maar dat is het bifurcatiepunt.
Juist nu — in het zicht van mondiale herhaling — kan het veld breken. Niet door oorlog, maar door onttrekking van projectie. Wie stopt met meebewegen, met gehoorzamen, met voeden, met circuleren, haalt zijn richting terug. En zo ontstaat iets nieuws:
Niet een opstand. Maar een ontkoppeling.
Niet een alternatief. Maar een coherentie.
Niet een systeem. Maar een veld.
Dat is waar macht eindigt — en incarnatie opnieuw begint.
Slot: wat macht werkelijk is
Macht is niet slecht. Het is richting zonder tegenkracht. Spanning zonder inzicht. Herhaling zonder herinnering. Coherentie zonder toegang. Macht is wat een veld doet wanneer niemand het spiegelt. Wat een familie projecteert wanneer niemand uit de lijn stapt. Wat een religie wordt wanneer ze zichzelf tot waarheid verklaart.
Zolang we macht beschouwen als iets buiten ons — als paus, koning, miljardair — blijven we het voeden. Maar als we macht zien als veldstructuur, als herhaling, als spanning zonder liefde, dan kunnen we het laten sterven. Niet met strijd, maar met keuze.
De velden van Sumerië zijn niet verdwenen. Ze leven in onze systemen, onze lichamen, onze rituelen. Maar ook daar kan de richting breken. Ook daar kan iemand zeggen:
“Ik stop. Ik geef het terug.”
Een veldprojectie eindigt niet door de dood.
Maar door de weigering om haar nog langer te belichamen.